NVM kwartaalcijfers: woningmarkt heeft niet te lijden onder coronacrisis
De woningmarkt heeft weinig tot niet te lijden gehad onder de coronacrisis. Er is meer boven de vraagprijs verkocht dan ooit tevoren: 52% van alle woningen werd voor meer verkocht dan dat ervoor gevraagd werd. Dit blijkt uit de NVM kwartaalcijfers over het tweede kwartaal, die vandaag worden gepresenteerd.
De prijs van de gemiddeld verkochte woning bedraagt volgens de NVM kwartaalcijfers € 335.000. Dat is 8,8% meer dan een jaar geleden, na een eerder record in mei. Het aantal transacties steeg ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar maar daalde licht met bijna 4% in vergelijking met het jaar ervoor.
Kwartaal in coronatijd
Het tweede kwartaal viel zo goed als geheel in coronatijd. Maar dat lijkt nog geen gevolgen te hebben voor de woningverkoop. “Hoewel er in absolute zin minder kopers zijn, blijft men overbieden om de gewenste woning te bemachtigen”, zegt NVM-voorzitter Onno Hoes. “Nu er minder belangstelling is van beleggers en expats krijgen starters en doorstromers meer kansen. We merken dat de consument vertrouwen heeft in de veerkracht van de Nederlandse economie; men omarmt de eigen woning en denkt niet op de korte maar op lange termijn.”
Krapste markt deze eeuw
NVM-makelaars verkochten in het tweede kwartaal ruim 37.600 bestaande koopwoningen. Halverwege het tweede kwartaal slechts 33.500 woningen te koop. Dat betekent dat een potentiële koper kon uit slechts 2,7 woningen kon kiezen (de zogeheten krapte-indicator). Er is dan ook sprake van een zéér krappe markt. In 2020 is de woningmarkt krapper dan ooit eerder deze eeuw.
Er werden 2% minder woningen te koop gezet. Elke week werden er minder woningen te koop gezet dan de week ervoor. De looptijd van de in aanbod staande koopwoningen is 98 dagen. Daarmee staat de te koop staande woning voor het eerst sinds 2002 gemiddeld minder dan 100 dagen te koop.
Vraag naar grotere huizen
Makelaars signaleren dat er de laatste maand veel vraag was naar grotere woningen. Het duurdere segment lijkt hiervan te profiteren, blijkt uit de NVM kwartaalcijfers. Het gaat vooral om twee-onder-één-kapwoningen en vrijstaande woningen. Deze huizen worden opvallend snel verkocht.
Lana Gerssen, voorzitter vakgroep Wonen: “We merken dat senioren minder makkelijk hun woning te koop zetten, waardoor de doorstroming belemmerd wordt. Ook de verhuur van duurdere woningen loopt wat minder makkelijk, evenals de verkoop van dure appartementen en woningen waar nog veel aan moet gebeuren. Daarnaast merken we dat ondernemers en zzp-ers meer moeite hebben met het verkrijgen van financiering van een nieuwe woning”.
Trek naar platteland
Het gevolg van de coronacrisis is dat er veel thuis wordt gewerkt. Dit zou de behoefte hebben opgewekt om landelijker te willen wonen. Weg uit de stad, naar een huis met een tuin en een extra (werk)kamer. NVM heeft die bewering nader onderzocht en concludeert dat corona deze ontwikkeling lijkt te versterken, maar de ontwikkeling is niet nieuw. In provincies als Gelderland, Drenthe en Friesland is weliswaar een lichte stijging te zien van het aantal mensen uit de Randstad. Maar deze ontwikkeling is al sinds 2013 gaande. Makelaars geven desgevraagd aan dat er wel meer vraag is naar een extra werkkamer, een balkon of tuin.
Niewbouwcijfers over het tweede kwartaal:
Er zijn 6% meer nieuwbouwwoningen in de verkoop gegaan dan een jaar eerder in dezelfde periode;Er zijn ongeveer 7.200 nieuwbouwhuizen verkocht, bijna 8% meer dan een jaar eerder. Het te koop staande aanbod van nieuwbouwwoningen is afgenomen tot 14.800 (5% meer dan een jaar eerder). De krapte-indicator is 6,8. Dat is vergelijkbaar met de krapte-indicator van een jaar geleden (2e kwartaal 2019: 7,0) en duidt op een gezonde markt.
De gemiddelde prijs van een verkochte nieuwbouwwoning is in een jaar tijd met ruim 9% toegenomen tot gemiddeld € 401.000.
“Een eigen minister van wonen in een volgend kabinet is van groot belang”
– Onno Hoes, voorzitter Nvm
Behoefte aan nieuwbouw blijft ongekend groot
De behoefte aan nieuwbouwwoningen blijft ongekend groot: berekeningen van het ministerie van BZK tonen aan dat er jaarlijks zo’n 90.000 woningen bij moeten komen. In de praktijk merken makelaars dat bouw- en vergunningsprocedures te lang duren. Zo noemt men onder meer de stikstof- en PFAS-problematiek als reden van vertraging.
Hoes zei bij de presentatie van de cijfers dat de voorspelling van banken dat de woningmarkt een knauw krijgt door de coronacrisis niet uitkomt. Daarnaast benadrukte hij de rol van de overheid. “Een eigen minister van Wonen in een volgend kabinet is van groot belang”, aldus Hoes. “Door de patstelling in de stikstof- en PFAS-dossiers is kostbare tijd verloren gegaan. Het kabinet heeft daar niet adequaat op gereageerd. Er moet substantieel meer gebouwd worden zodat er ook -vaak goedkopere- bestaande woningen vrij komen. Dit vraagt om stevige regie van met name het Rijk. Het is belangrijk dat gemeenten en provincies gestimuleerd worden om te bouwen in de juiste typen en prijsklassen.”