Algemeen

Kritiek oppositie op uitblijven woningmarktplannen; ‘waarom wachten?’

oppositie woningmarktplannen

In de Tweede Kamer klinkt stevige kritiek op de oude coalitie, de partijen die momenteel ook een nieuw kabinet proberen te vormen, over het uitblijven van ambitieuze woningmarktplannen. De oppositie roept om plannen om de wooncrisis het komende jaar al aan te pakken.

Het onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt wilde maandag tijdens een eerste debat over het belastingplan voor 2022 weten waarom er in de begrotingsvoorstellen van het demissionaire kabinet voor volgend jaar geen uitgebreid plan ligt om het woningtekort aan te pakken.

“Dit is ongeveer de enige crisis waarvan alle 150 Kamerleden erkennen dat die bestaat. Hoe haalt de regering het dan in zijn hoofd om een begroting te publiceren zonder streefcijfers van het aantal nieuwe woningen?”, vroeg Omtzigt zich af.

900.000 huizen tot 2030

Op Prinsjesdag werden geen grote investeringen aangekondigd en de formerende partijen houden ook nu de kaarten nog tegen de borst.

Hoewel een concreet getal voor 2022 ontbreekt, schat het kabinet in dat er tot 2030 ruim 900.000 huizen gebouwd kunnen worden. Demissionair minister Ollongren (BZK) erkende dit jaar dat daarvoor miljarden nodig zijn. Op Prinsjesdag ontbrak het echter aan forse investeringen.

Het kabinet kondigde enkel aan 1 miljard (verdeeld over tien jaar) uit te trekken voor het versnellen van de bouw van betaalbare huizen. Dit geld wordt uitgegeven via een bestaande regeling, de woningbouwimpuls. Hiermee worden bouwprojecten die minder rendabel zijn, bijvoorbeeld omdat het een betaalbare prijsklasse moet hebben, gesubsidieerd.

Grote ingrepen aan formatie overgelaten

Ook bij de discussie over de verhuurderheffing werd duidelijk dat grote ingrepen op de woningmarkt aan de formerende partijen wordt overgelaten. “Ik wacht op een masterplan van het kabinet”, zei VVD-Kamerlid Folkert Idsinga. Hij wilde gedurende de coalitieonderhandelingen “niet uit de school klappen.”

Vanuit de oppositie klonk maandag dan ook andermaal de roep om de verhuurderheffing helemaal te schrappen. Met Prinsjesdag is afgesproken dat de belasting met 500 miljoen euro wordt verlaagd, maar niet helemaal verdwijnt.

‘Waarom wachten?’

“Dit is pijnlijk voor de huurders. Waarom wachten als wij als Kamer de mogelijkheid hebben om in te grijpen?”, vroeg SP-Kamerlid Beckerman zich af.

Omtzigt herinnerde de coalitiepartijen eraan dat de overheid de grondwettelijke plicht heeft om voor voldoende woningen te zorgen. Hij citeerde wijlen PvdA-politicus Jan Schaefer: “In gelul kan je niet wonen.”

 

  Bron: https://vastgoedactueel.nl/kritiek-oppositie-op-uitblijven-woningmarktplannen-waarom-wachten/