Kamerprijzen stagneren in G4, maar blijven hoog
Kamerprijzen stagneren in de vier grote steden – in tegenstelling tot in andere Europese plaatsen. Maar dat betekent niet dat je hier een betaalbare kamer of studio kunt huren. De huurprijzen zitten nog steeds in de top van Europa, aldus verhuurplatform Housing Anywhere.
Voor deze (21e) kwartaaleditie van de Huurindex per Stad analyseerde HousingAnywhere 74.594 objecten die het afgelopen jaar op het platform werden aangeboden en interesse kregen van potentiële huurders. Het betreft eenpersoonskamers, studio’s en appartementen met één tot drie slaapkamers in 23 Europese steden. De aanbiedingen waren voornamelijk gericht op jonge professionals en studenten die naar het buitenland verhuisden.
Gematigd
Bijna alle Europese steden laten een forse stijging zien van de huurprijzen van kamers, studio’s en appartementen, blijkt uit de Huurindex. Nederland steekt daar dus gematigd bij af. Althans in de steden die in de index zijn opgenomen: Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht. In deze steden is kwartaal-op-kwartaal (QoQ) een stagnatie van de kamerprijzen te zien.
In de stad Utrecht is zelfs een prijsdaling gaande, zowel op kwartaalbasis (-13,8%) als op jaarbasis (-18,8%). Utrecht is de enige van de 23 geanalyseerde steden in de index waar de kamerprijzen daadwerkelijk lager liggen dan een jaar geleden. In Amsterdam is op jaarbasis ook een prijsdaling te zien van -2,1%. Een verklaring voor de dalingen geeft Housing Anywhere niet.
Hoogste van heel Europa
Deze gematigde prijsontwikkeling vertaalt zich echter nog niet in betaalbare prijzen. De huren van kamers en studio’s in Amsterdam zijn het hoogste in heel Europa; ook Den Haag en Rotterdam behoren samen met Hamburg en München tot de duurste steden om te huren. Zie afbeelding.
Tekst loopt door na de afbeelding
Piekseizoen
Direct na de coronapandemie stegen in heel Europa de huurprijzen enkele jaren acuut. Begin 2023 begon die prijsgroei QoQ af te nemen. Maar die daling is mogelijk slechts van korte duur. De prijzen zijn in het derde kwartaal weer fors opgelopen tijdens het piekseizoen voor huurwoningen, de tijd van het jaar waarin mensen het meest verhuizen.
Studio’s laten de grootste prijsstijging zien op kwartaalbasis (6,1%). Bij kamers bedraagt de toename gemiddeld 2,5%, met een uitschieter in Milaan van 12,6%. Appartementen laten een gematigde prijsgroei zien van 0,7% op kwartaalbasis.
De totale QoQ-stijgingen in het derde kwartaal zorgen ervoor dat de prijzen nog steeds aanzienlijk hoger liggen dan een jaar geleden, met prijsstijgingen op jaarbasis van 8,8% voor studio’s, 9,7% voor kamers en 8,7% voor appartementen.
Tekst loopt door na de afbeelding
Eurostat
Ook het Europese statistiekbureau Eurostat constateert een stijging van de huurprijzen. Eurostat werkt nog met cijfers over het tweede kwartaal: de huren stegen toen met 0,7% t.o.v. het kwartaal ervoor. Vergeleken met het tweede kwartaal van 2022 zijn de huurprijzen met 3,0% gestegen.
Eurostat ziet in de EU een verschillende prijsontwikkeling bij huur- en koopwoningen: tussen 2010 en het tweede kwartaal van 2011 ontwikkelden beide zich via een vergelijkbare stijgende lijn. Na 2011 bleven de huurprijzen gestaag stijgen, maar fluctueerden de huizenprijzen aanzienlijk.
Bron: https://vastgoedactueel.nl/kamerprijzen-stagneren-in-g4-maar-blijven-hoog/