Woningtekort loopt op, maar: ‘Per 2027 jaarlijks 100.000 woningen is haalbaar’
Het kabinet wil per 2027 structureel 100.000 woningen per jaar bouwen. Onderzoek van ABF Research laat zien dat dit mogelijk is, ondanks het feit dat het woningtekort dit jaar verder stijgt naar 4,9%.
Hoewel er vorig jaar 88.200 woningen werden bijgebouwd, is het woningtekort toch toegenomen. Er zijn 400.500 woningen te weinig. Dat zijn er 10.300 meer dan vorig jaar. Dat komt door migratie en doordat mensen langer alleen wonen. Door dat laatste neemt het aantal huishoudens toe en zijn er steeds meer woningen nodig.
Per direct 231.800 nieuwe woningen nodig
Het aantal huishoudens stijgt in de periode tot 2031 met 885.600 tot ongeveer 9,3 miljoen, schat onderzoeksbureau ABF Research in een rapport in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In de schatting van vorig jaar lag dat aantal ruim 19.000 huishoudens lager.
Het vorige kabinet streefde ernaar het woningtekort terug te brengen tot 2 procent van de totale woningvoorraad. Dat is dus veel minder dan het huidige tekort. Om dit doel alsnog te bereiken, moeten er per direct 231.800 woningen worden bijgebouwd, stellen de onderzoekers.
Door betere economische omstandigheden – lagere hypotheekrentes en loonstijgingen – zal de woningbouw snel herstellen van de bouwdip in 2024 en 2025, stelt ABF Research. Daarnaast is er voldoende plancapaciteit om de woningbouwopgave de komende jaren te realiseren. ABF Research verwacht daarom dat de woningbouw flink zal herstellen in 2026. In 2027 komen er naar verwachting meer dan 100.000 woningen bij.
Startbouwimpuls
ABF Research merkt op dat stimulerende maatregelen van de overheid, zoals de Startbouwimpuls, ervoor zorgen dat de terugval in de woningbouwproductie minder groot zal zijn dan eerder werd verwacht. Hierbij noemt ABF Research ook de financiële middelen van het nieuwe kabinet. Hoopgevend is bovendien dat de CBS-cijfers over het aantal verleende bouwvergunningen nu al hoger zijn dan ABF Research mee heeft kunnen nemen in haar prognose.
Artikel gaat verder onder de afbeelding
Nederland goed inrichten en zorgen voor voldoende woningen zijn belangrijke opgaven van deze tijd.
Levens van jongeren gaan in de pauzestand omdat ze geen woning kunnen vinden. Daarom zet ik me in als @minister_vro voor voldoende betaalbare woningen en een eerlijke verdeling van… pic.twitter.com/rwQRnxevDV— Mona Keijzer (@MonaKeijzer) July 5, 2024
Voldoende plancapaciteit per regio
ABF Research doet halfjaarlijks een inventarisatie van de gemeentelijke woningbouwplannen. Het aantal woningen dat gepland staat voor realisatie in de periode 2024 tot en met 2030, de zogenoemde plancapaciteit voor die periode, is 1.058.600 woningen. Hiermee zijn er voldoende plannen om de bouwopgave, die het vorige kabinet met medeoverheden had afgesproken, te realiseren.
Plannen kunnen vertraging oplopen of uiteindelijk niet doorgaan. Daarom heeft het Rijk met provincies en gemeenten afgesproken dat zij – als noodzakelijke buffer – zorgen voor 30 procent meer plancapaciteit dan nodig is voor realisatie van de bouwopgave. Nationaal gezien wordt hieraan voldaan, maar twee provincies blijven nog achter. De minister is hierover in gesprek.
ABF Research heeft ook de plancapaciteit per woondealregio in beeld gebracht. In 22 van de 35 regio’s is er voldoende plancapaciteit, inclusief de afgesproken buffer van 30 procent.
Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, werkt de plannen uit het hoofdlijnenakkoord verder uit. Na de zomer presenteert zij de uitkomsten aan de Tweede Kamer.
