‘Eigenaren en particuliere verhuurders blijven achter met verbetering energielabels’
Woningen met een laag energielabel staan vooral in de rijkere gemeenten, meldt Natuur & Milieu. En van veel woningen ontbreekt nog alle informatie over het energielabel. Woningcorporaties doen het naar verhouding goed met het in kaart brengen en verbeteren van de energieprestaties van hun bezit.
De vijf gemeenten met het grootste aandeel geregistreerde energielabels E, F en G zijn Heemstede, Bloemendaal, Westerwolde, Laren en Haarlem. De eerste twee gemeenten hebben zelfs een aandeel dat ruim twee keer zo hoog is als het landelijk gemiddelde van 16%.
De gemeenten met het in absolute zin grootste aantal geregistreerde energielabels E, F en G zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Haarlem. Deze top vijf vertegenwoordigt 21% van deze energielabels.
Milieuorganisatie Natuur & Milieu onderzocht naar eigen zeggen als eerste waar de woningen met lage energielabels staan en wie de eigenaren zijn. Zijn ze vooral in het bezit van particuliere verhuurders, eigenaar-bewoners of van woningcorporaties? Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van data van het CBS en het Kadaster.
Geen geregistreerd label
Informatie over energielabels ontbreekt nog op grote schaal, melden de onderzoekers verder. Zo’n 3,6 miljoen woningen hebben geen geregistreerd energielabel; dat is 45 procent van het totaal. Van deze woningen ontbreekt dus alle informatie over de energieprestatie.
Woningcorporaties zijn het verst met het in kaart brengen van de energieprestatie van hun woningbezit: 85 procent van hun woningen heeft een geregistreerd label. Woningcorporaties hebben ook het kleinste aandeel woningen (10%) met een energielabel E, F of G. Het grootste aandeel woningen met label E, F of G zijn in bezit van eigenaar-bewoners (19%) en particuliere verhuurders (22%).
Voorlopig label
Van de 1,5 miljoen woningen met een energieprestatie op het niveau van energielabel E, F of G, hebben er bijna 0,7 miljoen (iets minder dan de helft) daadwerkelijk een geregistreerd label E, F of G. De rest zit in de voorraad woningen met een voorlopig energielabel.
Typische wijken
Energielabels E, F en G zijn verder vaak te vinden in ‘typische’ wijken. Er staan relatief veel vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen; veel woningen gebouwd vóór 1965; veel woningen van eigenaar-bewoners en in bezit van particuliere verhuur; en een groot aandeel voorlopige energielabels.
Eerder concludeerde technologiebedrijf Calcasa al dat het aantal woningen met energielabel F en G nauwelijks vermindert. Rob van Tilburg, directeur Programma’s van Natuur & Milieu, noemt de verduurzamingsslag een enorme opgave. “Het kabinet wil dat in 2030 alle woningen met lage energielabels verdwenen zijn. Dat zijn in totaal zo’n 1,5 miljoen woningen. Om dat waar te maken moet er in de komende zeven jaar haast gemaakt worden met bijvoorbeeld het isoleren.”
Aanbevelingen
De milieu-organisatie roept de overheid op om meer regie te nemen en doet een aantal aanbevelingen:
- Met woningcorporaties zijn er recent prestatieafspraken gemaakt over de uitfasering van label E, F en G. Woningcorporaties zijn ook het verst met het registreren van energielabels en het uitfaseren van slechte labels. Vergelijkbare afspraken met particuliere verhuurders ontbreken helaas, terwijl er voor hen wel een subsidieregeling is.
- Er is een verhuurverbod voor woningen met label E, F of G aangekondigd, maar dit is nog weinig concreet. Natuur & Milieu vindt dat dit verhuurverbod zo snel mogelijk concreet moet worden en dat er een vergelijkbare normering nodig is voor koopwoningen: bij verkoop of aankoop van een woning moet het uitfaseren van energielabel E, F of G gegarandeerd zijn.
Inhaalslag
Van Tilburg: “Het onderzoek laat zien dat het tijd is om een enorme inhaalslag te maken; gemeenten moeten aan de slag, woningeigenaren moeten tempo maken en de overheid moet het aangekondigde beleid concreet maken.”
