Volkshuisvestingfonds bevordert leefbare wijk, ook meer kennis en organisatie nodig
Gemeenten kunnen een bijdrage uit het Volkshuisvestingfonds goed gebruiken, want voor projecten rond woningverbetering hebben ze via andere wegen vaak geen budget. Naast geld is echter ook meer organisatie, menskracht en kennis nodig om woningen te renoveren met als doel een betere leefbaarheid in verloederde wijken en gebieden.
Dat blijkt uit een evaluatie die het kabinet heeft laten uitvoeren naar de werking van het Volkshuisvestingfonds. Via dit fonds kwam vorig jaar geld beschikbaar om verloedering van wijken en gebieden tegen te gaan. Gemeenten kunnen met het budget particuliere woningen opknappen en verduurzamen.
Het uiteindelijke doel is de leefbaarheid van stadswijken die steeds verder achteruitgaan, te verbeteren. Ook gaat het om huizen in grensgebieden, waar de leefbaarheid afneemt door krimp van de bevolking, leegstand en het verdwijnen van voorzieningen.
Geld naar 43 deelplannen
Gemeenten konden zich aanmelden voor een bedrag uit de pot van het Volkshuisvestingsfonds. Daarin zat €412,6 miljoen, die het rijk in verschillende ronden uitgaf. In totaal kwamen er 48 aanvragen voor 75 deelplannen uit het hele land. Een commissie heeft aan 43 plannen budget uitgekeerd. Met de plannen kunnen gemeenten 22.000 woningen en hun directe omgeving verbeteren. De regeling trok veel belangstelling en werd al snel overtekend.
Lees verder onder de figuur:
Onderzoek of Volkshuisvestingsfonds werkt
Het kabinet wil weten of het Volkshuisvestingsfonds werkt. Bureau Stec Groep vroeg daarom gemeenten naar hoe de eerste ronde van het budget is besteed en of het geld aansluit bij de problematiek.
Lees ook: Fonds opengesteld: €450 miljoen voor betere woonkwaliteit
Het geld uit het fonds is welkom en hard nodig, zeggen de gemeenten. Verduurzaming van woningen bijvoorbeeld brengt hoge kosten met zich mee. In andere regelingen zijn daarvoor forse eigen bijdragen van huiseigenaren nodig en dat is zeker in armere wijken niet altijd mogelijk.
Gemeenten zeggen vaak geen geld via andere wegen te krijgen voor dit soort projecten en ook hebben ze vaak geen capaciteit. Dit komt onder meer omdat het rijk het grotestedenbeleid de afgelopen tien jaar heeft laten liggen, aldus de gemeenten.
Aanpak vochtproblemen of ouderenhuisvesting
De gemeenten blijken budget aan te vragen voor grote renovatieprojecten, om bijvoorbeeld vocht- en schimmelproblemen in een buurt aan te pakken. Deze huizen krijgen daardoor vaak meteen een beter energielabel. Ook zijn er woningen die gemeenten met het budget geschikter kunnen maken voor ouderen. Een klein deel gaat naar sloop of transformatie.
Het gaat vaak om woningen van particulieren in buurten waar veel huizen van corporaties zijn. Deze eigenaren krijgen dan via het fonds een tegemoetkoming voor renovatiewerkzaamheden aan hun huis. Uiteindelijk moet door verbetering van woningen de hele buurt erop vooruitgaan.
Kennis en menskracht
De onderzoekers komen met meerdere adviezen aan het rijk en de gemeenten. Om wijken leefbaarder te maken, is meer nodig dan een bijdrage uit het fonds. Bij gemeenten ontbreekt niet alleen aan financiën maar vaak ook aan mensen, kennis en organisatie om projecten met woningbouwverbetering van de grond te krijgen. Het bureau adviseert daarom onder meer een pool van experts die gemeenten ondersteunen.
Meer gebieden met leefbaarheidsproblemen
Het kabinet heeft zelf 12 stedelijke gebieden aangewezen en 13 grens- en krimpregio’s die voor een bijdrage in aanmerking kunnen komen. Uit die gebieden kwamen ook de meeste aanvragen. De onderzoekers van Stec Groep adviseren om die lijst aan te vullen met nog enkele andere gemeenten met grote leefbaarheidsproblemen in de buurt van grote steden. Ook zijn er nog gebieden met naoorlogse woningbouw en gebieden langs de grens die een bijdrage goed kunnen gebruiken.
Specifieke problemen grensregio’s
In de beoordeling van de plannen mag meer aandacht komen voor specifieke problemen in grens- en krimpregio’s. De problematiek is anders dan die in de grote steden. Zo hebben huiseigenaren in krimp- en grensregio’s veel minder perspectief op een verhoogde woningwaarde dan mensen in stedelijk gebied. De aanvragen toch hetzelfde benaderen levert een ongelijk speelveld op.
‘Drie grootste aanvragers vroegen de helft van het budget’
Daarnaast is het verstandig een maximum in te voeren aan bedragen die gemeenten kunnen aanvragen, schrijft Stec Groep. In de eerste ronde van de tranche bleek dat de drie grootste aanvragers samen om bijna de helft van het budget vroegen.
Maatwerk per gemeente
Ook is er meer maatwerk nodig, vinden de opstellers van het rapport. De commissie die de aanvragen beoordeelt, zou daarin cijfers rondom veiligheid, overlast en tevredenheidsonderzoek onder bewoners voor een specifieke wijk of gebied kunnen meenemen.
Eigenaren van woningen in achtergestelde wijken hebben vaak meer problemen zoals armoede en schulden. Daarvoor is meer nodig dan woningverbetering, aldus Stec Groep. Zij hebben baat bij persoonlijke ondersteuning en advies.
Volgende tranche Volkshuisvestingsfonds
Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft aan dat de uitkomsten worden meegenomen in een Nationaal Programma Leefbaarheid en bij de volgende tranche van het Volkshuisvestingsfonds in 2023.