Huren in de vrije sector was in juli gemiddeld 4,5% duurder

12 september 202312 september 2023 Vastgoednieuws

Een woning huren in de vrije sector kostte in juli 4,5% meer dan een jaar geleden (3,8%). Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Gemiddeld gingen de woninghuren in juli met 2% omhoog ten opzichte van een jaar eerder. Vorig jaar was de stijging 3%. De huren van sociale huurwoningen – bijna 70% van alle huurwoningen – stegen in juli 2023 met gemiddeld 0,1% bij woningcorporaties. Vorig jaar was die stijging 2,6%. Bij de overige verhuurders steeg de huurprijs in juli met 3,7%, tegenover 2,8% in 2022.

Tekst gaat verder onder de grafiek

Sterkere stijging bij bewonerswisselingen

In de praktijk kunnen verhogingen behoorlijk afwijken. Zo zijn er huurders die vanwege hun beperkte inkomen dit jaar een verlaging hebben gekregen. Andere huurders kregen juist een grotere verhoging van bijvoorbeeld hun woningcorporatie. Daarnaast gaan huren ook verder omhoog als er een nieuwe bewoner in het pand komt. Gemiddeld stegen de huren bij bewonerswisseling met 10,9%, dit is meer dan in 2022 (9,7%). Sinds 2014 zijn de huren bij bewonerswisselingen niet zo hard gestegen als in 2023.

Lees ook: Huuraanbod verschraalt, aantal reacties op woningen explodeert

Huren in de vrije sector het duurst in Amsterdam

Van de vier grote steden stegen in 2023 de huren in Amsterdam met 2,8% het sterkst. In Utrecht stegen van de vier grote steden de huren met 2,4% het minst. Bewonerswisselingen hadden hier ook het minste effect op de huurontwikkeling, namelijk 0,6%. Op provinciaal niveau stegen de huren in Friesland gemiddeld het hardst, inclusief bewonerswisseling stegen de huren hier met 2,4%. Bewonerswisselingen hadden hier een effect van 0,5%.

Bewonerswisselingen hadden in Overijssel en Noord-Brabant ten opzichte van andere provincies met 0,9% het meeste effect op de huurstijging. De huren stegen het minst in Flevoland: 1,2%. De stijging wordt in deze provincie voor de helft (0,6%) veroorzaakt door bewonerswisselingen.

Het CBS keek voor dit onderzoek alleen naar de kale huurprijs, dus zonder bijvoorbeeld servicekosten en kosten voor verlichting in gezamenlijke ruimtes zoals een lift of galerij.