Algemeen

Bijna helft jongvolwassenen woont nog thuis

jongvolwassenen

Bijna de helft van de jongeren tussen 18 en 30 jaar woont nog bij hun ouders. Sinds 2010 neemt het percentage thuiswonenden toe, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal jongvolwassenen dat thuis blijft wonen, neemt gestaag toe. Het gaat dit jaar om 46%, terwijl dat in 2003 nog minder dan 40% was. Voor alle leeftijden is het percentage thuiswonende jongeren groter dan twintig jaar geleden, concludeert het CBS.

Meer twintigers

Vooral onder twintigers zijn er veel meer thuiswonenden dan 20 jaar geleden. In 2003 woonde 50% bij de ouders, in 2023 is dat gestegen naar 58%.

Onder jongvolwassenen van 27 tot 30 jaar was de toename van thuiswonenden het kleinst, maar ook zij woonden vanaf 2010 vaker thuis. Waar het vroeger vaak ging om studenten, zijn er nu ook steeds meer werkende jongeren die bij hun ouders blijven wonen.

Ook meiden wonen langer thuis

Van oudsher gaat het vooral om jongens die later het huis uitgaan, maar het verschil tussen jongens en meisjes is wel kleiner geworden. Tussen 2003 en 2023 steeg het aantal thuiswonende jongens van 47% naar 51%. Het aantal thuiswonende meiden nam toe van 31% in 2003 naar ruim 40% in 2023.

Verschillen thuiswonende jongeren per regio

Het CBS ziet verschillen per regio waar er meer of minder thuiswonende jongeren zijn te vinden. Twintigers in studentensteden wonen naar verhouding het minst vaak thuis. Dit zijn vaak jongeren die voor studie of werk verhuisd zijn en op kamers of zelfstandig wonen. In Groningen is het percentage 20- tot 25-jarigen dat thuis woont het kleinst, gevolgd door Wageningen, Delft en Maastricht.

Tekst gaat verder onder de afbeelding: 

thuiswonende jongeren

Ook onder 25- tot 30-jarigen is het percentage thuiswonenden het kleinst in (studenten)steden. De gemeenten waar naar verhouding veel bejaarde twintigers thuis wonen, zijn vooral te vinden in het oosten van het land en in Noord-Holland. In Bloemendaal, Dinkelland en Rozendaal is het percentage thuiswonende 25- tot 30-jarigen het grootst.

Geen passend woonaanbod

Afgelopen zomer deed verzekeraar Aegon onderzoek naar de gevolgen bij woningzoekenden van het niet kunnen vinden van een woning. Hieruit bleek dat acht op de tien jongeren geen passende woonruimte kunnen vinden, vooral omdat woningen voor hen onbetaalbaar zijn. Bij 91% leidt dit tot langer thuiswonen. Zes op de tien jongeren ervaart hierdoor boosheid en frustratie, omdat ze hun toekomstwensen over bijvoorbeeld samenwonen of een gezin stichten moeten uitstellen.

 

  Bron: https://vastgoedactueel.nl/bijna-helft-jongvolwassenen-woont-nog-thuis/